Vrouwelijke verzetshelden tijdens de slavernij speelden een essentiële rol in de strijd voor vrijheid en gerechtigheid. Naast bekende mannelijke leiders zoals Tula waren er veel vrouwen die actief deelnamen aan opstanden, zoals Nanny van de Maroons in Jamaica, Harriet Tubman in de Verenigde Staten, en Sablika in Curaçao. Deze vrouwen vochten niet alleen fysiek mee, maar organiseerden ook geheime netwerken, boden onderdak aan gevluchte slaven en inspireerden anderen met hun moed. Hun bijdragen worden steeds meer erkend als cruciaal in de geschiedenis van de afschaffing van de slavernij.
Vrouwelijke verzetshelden worden vaak vergeten
Vrouwelijke verzetshelden zoals Sablika worden vaak vergeten, ondanks hun cruciale rol in de strijd tegen slavernij. Sablika, een medestander van Tula tijdens de Curaçaose slavenopstand van 1795, schreef een krachtige brief aan pater Jacobus Schink waarin ze het verzet van de tot slaaf gemaakten verdedigde. Haar verhaal benadrukt de vaak over het hoofd geziene bijdrage van zwarte vrouwen aan de bevrijdingsstrijd. Hoewel Sablika in historisch onderzoek weinig aandacht krijgt, zijn er recente initiatieven om haar te eren, zoals het Sablikapad in Rotterdam.
“Zwarte vrouwen hebben altijd gevochten voor anderen, maar mannelijke leiders – wit of zwart – overschaduwen hen,” zegt Alfrida Martis. Het feit dat Sablika een witte man terugschreef, getuigt van grote kracht. “Ze zei hem eigenlijk: ‘Je kan ons verzet niet kapotmaken.’ Het is een prachtig verhaal dat helaas te weinig aandacht krijgt.” Simone Zeefuik voegt daaraan toe dat ze graag een standbeeld van Sablika zou zien: “Het abolitionisme wordt altijd gekoppeld aan mannen.
Vrouwelijke verzetsstrijders verdienen ook een plek in het straatbeeld”
Tula en Sablika herenigd in Rotterdam
In Rotterdam zijn Tula en Sablika symbolisch weer herenigd door de vernoeming van het Sablikapad. Dit pad is een erkenning van haar rol als medestrijder en vriendin van Tula tijdens de Curaçaose slavenopstand. Haar naam prijkt nu naast die van andere verzetshelden in het Zuiderpark, waar vijf nieuwe straten zijn vernoemd naar personen die streden tegen slavernij en koloniale overheersing.
Sablika’s verhaal werd tijdens een lezing opnieuw tot leven gebracht. Volgens Dyonna Benett bezocht Sablika met Tula Coro en Saint-Domingue (nu Haïti), waar zij banden smeedden met andere verzetsleiders zoals Toussaint L’Ouverture. De Nederlandse archieven schilderen haar af als een dievegge en ‘het wijf van Nicolaas’, maar Benett ziet haar als een scherpzinnige, krachtige vrouw met wie zij zich graag identificeert.
Hoogtepunt van de lezing was de voorlezing van de brief die pater Schink aan Sablika stuurde. De brief begon met een grove begroeting, maar eindigde met de woorden dat “we toch allen gelijk zijn in de ogen van de Heer.” Sablika’s antwoord was gedurfd: “Jullie hebben ons misschien uit de jungle gehaald, maar het is jullie niet gelukt de jungle uit ons te halen.” Ze herinnerde de mannen eraan dat zij, ondanks hun pogingen, nooit hun spirit zouden breken.
Het verhaal van Sablika, zoals verwoord in haar brief, is een krachtige getuigenis van verzet en vastberadenheid die niet vergeten mag worden.
Helaas zijn er geen beelden van Sablika
Er zijn geen bekende beelden of afbeeldingen van Sablika. Als historisch figuur is ze voornamelijk bekend uit mondelinge overlevering en archiefstukken, maar visuele representaties van haar bestaan niet. Dit is helaas het geval voor veel tot slaaf gemaakten en verzetsstrijders uit die tijd, vooral vrouwen, van wie weinig of geen afbeeldingen zijn overgeleverd.
Omdat Sablika een belangrijke maar relatief onbekende figuur is in de geschiedenis, zijn er ook geen historische schilderijen of andere visuele kunstwerken van haar. Haar nalatenschap leeft voort in verhalen en in recente initiatieven zoals het Sablikapad in Rotterdam, die haar rol in de geschiedenis eren.